Kunst Ad Groot in Piet Boon showroom

1 Februari 2018

Vanaf jonge leeftijd, waarin hij onder meer het vak van huisschilder leerde, ontwikkelde Ad Groot in zijn vrije tijd een zintuig voor de spirituele waarde van de hem omringende natuur. Die waarde vond hij daarnaast in muziek, met name Indiase klassieke muziek; als begenadigd sitarspeler bezocht hij leermeesters uit India en gaf hij lange tijd ook concerten. Al deze aspecten dragen bij aan een verklaring van het bijzondere karakter van Groot’s schilderwerk. Vrijwel al zijn werken komen met een bijna devote aandacht tot stand. Een soort aandacht, die kenmerkend is voor de klassieke ambachtsman en musicus. Door middel van deze concentratie, die veel tijd en (ook wat muziek aangaat) de nodige stilte vergt, worden haast en lawaai (die de buitenwereld, zeker vandaag de dag, beheersen) buitengesloten. Die neiging tot verinnerlijking is een constante gebleven in het leven en werk van Ad Groot. Zijn werken zijn allerminst een middel om ons tot enige vorm van spiritueel geluk te bekeren. In al hun evenwichtige bescheidenheid spreken ze wel de taal van de verleiding, zoals alle kunst dat trouwens doet of poogt te doen. Eén van de regels van die taal betreft het zichtbaar maken door weg te laten.

The propensity towards internalisation has remained a constant in Ad Groot’s life and work. His works are by no means an attempt at trying to convert us to any form of spiritual bliss. Although, in all their humility, they do master the language of seduction, much like all art does or at least attempts to do. One of the rules of this language is visualisation by omission. The other is regarding beauty as an unintentional consequence, not as an aim in and of itself. Yet another rule claims that it cannot be known in advance when a work is completed. The latter becoming apparent only upon viewing the work.